Babyspeelgoed uitdagend houden voor je peuter, dat doe je zo

Toddler playing with a Lovevery toy

Het speelgoed van Lovevery is specifiek ontworpen om vrij mee te kunnen spelen, en groeit dus ook met de vaardigheden en interesses van je kind mee. Als je je peuter nu opnieuw een favoriet speeltje uit een eerdere Speelkit voor baby’s of peuters laat ontdekken, zul je zien dat hij nieuwe, creatieve manieren gaat vinden om ermee te spelen. ❤️

Een paar ideeën om op een nieuwe manier met speelgoed uit vorige fases te spelen:

Magische tissuedoos

Toddler putting hand in Magic Tissue Box by Lovevery

Van de magische tissuedoos kun je een ‘mystery bag’ maken, zoals het in het montessorionderwijs ook wel wordt genoemd. Je kunt de magische tissuedoos vullen met verschillende voorwerpen:

  • stenen, knikkers, bladeren, veren, klein speelgoed, een kleine appel, vormen, sleutels, munten, of ongekookte pasta.
  • Je kind kan proberen te raden wat erin zit, of gewoon genieten van voorwerpen uit de doos trekken en daarna benoemen.
  • Dit is een mooie kans om textuurwoorden te gebruiken: glad, ruw, oneffen, dun, dik, kruimelig, en hard.

Tegenovergestelde ballen

Je kind heeft nu bijna de leeftijd dat hij een bal tegen zijn borst kan leren vangen (als hij dat niet al kan). Met de tegenovergestelde ballen kunnen jullie op een nieuwe manier met elkaar overgooien: Zo doe je dat:

  • Benoem eerst hoe de ballen voelen in zijn hand, en zeg dat ze heel anders zijn, ook al zien ze er hetzelfde uit: “deze bal is zwaar, en deze is licht”.
  • Pak de lichte bal en laat je kind een paar meter van jou af zitten of staan. Vraag hem om zijn armen uitgestrekt te houden met zijn ellebogen tegen zijn zij. Zeg dat je de bal zachtjes naar hem gaat gooien en dat hij moet proberen de bal te vangen.
  • Na een paar keer onderhands gooien zeg je: “nu ga ik de zware bal gooien. Het voelt heel anders als je de zware bal probeert te vangen!”. Zodra hij beide ballen een keer heeft gevangen, kun je eens wat nieuws proberen: gooi een bal naar je peuter zonder te zeggen of het de lichte of de zware is.
  • Je kunt met dit spelletje variëren door de ballen naar elkaar over te rollen, door je kind ze (één per keer 🙃) naar jou te laten gooien, of door je kind te laten raden welke bal je in je hand hebt.

Regenboograd

Nu je kind steeds meer kleuren kan herkennen, is het regenboograd een leuke manier om te oefenen met willekeurige kleuren koppelen. Zo kun je het rad op een nieuwe manier gebruiken:

  • Doorloop samen alle vijf kleuren van het rad: rood, oranje, geel, groen, en blauw. Hier is een bewezen methode voor die het makkelijker maakt om te begrijpen: zeg liever “deze kant is rood” dan “dit is de rode kant”.
  • Ga op kleurenjacht. Draai aan het rad, en de kleur die bovenop eindigt is de kleur waar jullie naar op zoek moeten. Zoek in en rondom het huis naar voorwerpen van die kleur, en verzamel ze om ze met elkaar te kunnen vergelijken.
  • Vraag je kind om zo hard mogelijk aan het rad te draaien, en het vervolgens met zijn andere hand te stoppen. Vraag hem dan op welke kleur hij zijn hand heeft.

Zachte dierenhouders

Toen je kind nog wat jonger was, was het een leuke uitdaging om de zachte diertjes aan de juiste houders te koppelen en erin te stoppen. Nu is hij misschien al toe aan een moeilijkere uitdaging:

  • Speel ‘raad mijn dier’ met de zachte dieren. Leg er om te beginnen een paar – drie of vier – voor je kind neer. Omschrijf een dier, benadruk de belangrijkste woorden en beeld ze uit: “dit dier is heel lang, heeft een laaange nek, en eet blaadjes uit de boom”. Wanneer je kind naar de giraf wijst, laat hem dan het dier in de juiste houder stoppen.
  • Ga door tot jullie alle dieren hebben gehad. Speel ‘welke ontbreekt er?’, een variant op het klassieke spelletje memory. Begin eenvoudig: leg op één dier na alle dieren op de bijbehorende houders, en vraag je kind welk dier er ontbreekt. Je kunt het nog iets moeilijker maken door de dieren van de houders af te halen en in de buurt op de grond of op een tafel te leggen. Verwijder er eentje en kijk of het hem nog steeds lukt om het dier te raden. Als hij het lastig vindt, kun je voorstellen dat hij de dieren op de juiste houders legt, tot er nog één overblijft (of twee, of drie).
  • Jullie kunnen de zachte dieren ook gebruiken om scènes uit te beelden. Maak bijvoorbeeld een mooie natuurlijke leefomgeving in een schoenendoos, laat je kind de dieren nadoen die hij in een houder stopt, en oefen samen met dierengeluiden maken. (Wees gerust creatief met dieren zoals lieveheersbeestjes. 😉)

Racebaan

De racebaan heeft spannende bochten, leuke geluiden, en houten autootjes die eindeloos fascinerend zijn voor jonge kinderen. Nu je kind twee is, begint hij te leren hoe hij zijn beurt afwacht en wat het inhoudt om samen met iemand te spelen. De racebaan is het ideale speelgoed om met deze nieuwe vaardigheden te oefenen:

  • Misschien kan je kind zichzelf prima vermaken met de racebaan, maar anders kunnen jullie samen tegelijkertijd met autootjes naar beneden racen. Dit is ook een goed moment om expliciet te benoemen hoe het werkt om je beurt af te wachten: “eerst is het mijn beurt, en dan, nadat mijn autootje is gegaan, ben jij aan de beurt. Daarna kunnen we samen tegelijkertijd racen!”.
  • Zet de racebaan op een stoel of tafel en zet er een doos of mand onder waar de autootjes in kunnen landen. Door veel te proberen en te leren van zijn fouten, leert je kind over natuurkundige concepten en beweging. Misschien vindt hij het wel leuk om te experimenteren met waar de doos (of mand) precies moet staan om de autootjes erin te laten landen.
  • De autootjes zijn specifiek ontworpen voor de racebaan en gaan netjes de bocht om, maar geldt dat ook voor andere speelgoedauto’s, balletjes, en voorwerpen? Laat je kind experimenteren met andere kleine voorwerpen (zoals knopen, flessendoppen, kleine balletjes, en andere kleine autootjes) die op de racebaan passen en helemaal naar beneden kunnen rollen.

Houten stapelspel

Het houten stapelspel groeit op verschillende manieren met je kind mee, van leren tellen tot kleuren koppelen:

  • Op dit moment is het misschien nog een te grote uitdaging om voorwerpen op volgorde te tellen en expliciet aan te wijzen, maar hierdoor krijgen getallen wel al meer betekenis voor je kind. Met een moeilijk woord wordt dit ook wel een-op-een-correspondentie genoemd, en het stapelspel is de ideale manier om hiermee te oefenen. Geef je kind een aantal van de blokjes (ongeveer vijf). Vraag hem om ze één voor één op het bord te plaatsen en daar hardop bij te tellen. Telt hij te snel of haalt hij getallen door elkaar, begin dan opnieuw en ga wat langzamer.
  • Plaats 3 blokken op het bord en vraag je kind om ze te tellen. Haal dan één blokje weg, en houd het achter je rug. Vraag je kind eerst hoeveel blokken er nog over zijn, en dan hoeveel jij er in je hand hebt. Als je kind het een leuk spelletje vindt, ga dan langzaam door met blokjes op het bord plaatsen en wegnemen, en varieer met het aantal blokjes achter je rug.
  • Kijk eerst of het je kind lukt om de blokjes op kleur te sorteren, en vraag hem dan om torens van één kleur te maken. Als hij het een leuke activiteit vindt, kun je het nog iets uitdagender maken: vraag je kind om een toren te bouwen met 4 kleuren, of bouw een toren van 3 kleuren en vraag je kind welke kleur er ontbreekt.

This post is also available in: Deutsch English

Auteur

Team Lovevery Avatar

Team Lovevery

Visit site

Geplaatst in 28 - 30 maanden, Cognitieve ontwikkeling, Fijne motoriek, Koppelen, Speeltijd & activiteiten, Kinderontwikkeling

Blijf lezen